5178

De Ecologische Autoriteit adviseert Rijkswaterstaat om in het beheerplan voor Natura 2000-gebied Haringvliet concreet in beeld te brengen wat nodig is om de wettelijke doelen te halen. Het huidige rapport 'Doeluitwerking Haringvliet' laat zien dat er veel goede maatregelen bekend zijn, maar ook dat hiermee niet alle doelen worden gehaald, en dat zelfs verslechtering optreedt bij sommige soorten en habitattypen.

Het Haringvliet is de monding van de Maas in de Noordzee. Ook een deel van het Rijnwater stroomt via het Haringvliet naar de zee. Het Haringvliet werd in 1970 afgesloten door de Haringvlietdam (met sluizen). Door deze afsluiting zijn het getij en de zout-invloed grotendeels verdwenen. Dit heeft geleid tot een sterke vermindering van de oorspronkelijke ecologische dynamiek, tot erosie van platen en slikken en een afname van soorten die zich bij zoute en dynamische omstandigheden thuishoren. Het Natura 2000-gebied Haringvliet is aangewezen voor drie habitattypen en een groot aantal soorten, waaronder vogels, (trek)vissen en zoogdieren.

Het rapport benoemt knelpunten en reikt oplossingsrichtingen aan. De maatregelen die het rapport beschrijft zijn zinvol en nodig. Het rapport beschrijft echter nog niet concreet wat er moet gebeuren om op termijn álle wettelijke doelen te halen. De Ecologische Autoriteit adviseert Rijkswaterstaat daarom expliciet te beschrijven wat er moet gebeuren om doelen te halen. Geef bijvoorbeeld aan: 

  • Welke doelen haalbaar zijn met het huidige beheer.
  • Welke doelen aanvullende maatregelen vragen, zoals meer overstroming of het toestaan van meer (kunstmatige) peildynamiek.
  • Welke doelen alleen haalbaar zijn met grote systeemmaatregelen, zoals het (gedeeltelijk) openzetten van de Haringvlietdam.

Rijkswaterstaat heeft een indeling gemaakt in zes landschapszones, van zoet naar zout en van weinig getij naar veel getij. Deze indeling is heel bruikbaar en past ook bij de grote diversiteit aan soorten waar het Haringvliet voor is aangewezen. Gebruik daarom de landschapszones als basis om te bepalen wat soorten en vegetaties nodig hebben, bijvoorbeeld welke waterkwaliteit en welke getijdynamiek. Daarmee kan Rijkswaterstaat beter bepalen welke concrete maatregelen nodig zijn om de doelen voor het Haringvliet te halen. 

Het volledige advies is te downloaden via deze pagina.