Neem maatregelen tegen neerslag van stikstof én onderzoek de invloed van verdroging en beheer op de boskwaliteit van Mantingerbos. Dat adviseert de Ecologische Autoriteit op basis van de natuurdoelanalyse die de provincie Drenthe heeft opgesteld voor het Natura 2000-gebied. Daaruit blijkt dat de kwaliteit van Mantingerbos onder druk van stikstofdepositie mogelijk al verslechterd is. Bossen reageren in de regel langzaam op veranderingen. Onderzoek daarom het historische beheer en landgebruik, wat inzicht verschaft in effecten op natuurkwaliteit en richting biedt aan opstellen van aanvullende maatregelen.
Het natuurgebied Mantingerbos ligt ten noorden van Mantinge. Het bestaat uit het Mantingerbos, het Thijnsbosje en het Noordlagerbos met in het midden de Mantingerweide. Het Mantingerbos is een restant van oud bos, waarvan de bodem een van de oudste onberoerde bosbodems van Drenthe is. Karakteristiek zijn de hoge hulstbomen in vooral het Mantingerbos en het Thijnsbosje. De ondergroei is typisch Drents met soorten als veelbloemige salomonszegel, zevenster, witte klaverzuring, grote muur en dalkruid. In de bosranden zijn kenmerkende soorten te vinden zoals Europese vogelkers, sleedoorn en hondsroos en diverse bramensoorten zoals sierlijke woudbraam.
In Mantingerbos zijn volgens de natuurdoelanalyse de te hoge stikstofneerslag en verdroging (rond het natuurgebied) de belangrijkste problemen. Die kan leiden tot verzuring van de bosbodem en het verdwijnen van bijzondere soorten in de bosranden. Vanwege de geringe omvang van het gebied is de invloed van de directe omgeving verhoudingsgewijs groot, zoals grondwaterstanddaling. Een lopend hydrologisch onderzoek moet meer duidelijkheid over de oorzaken scheppen. De mogelijke maatregelen die hier uit voortkomen moeten zo snel mogelijk uitgevoerd worden.
Kwaliteit is mogelijk al verslechterd
De Ecologische Autoriteit is het eens met de conclusie in de natuurdoelanalyse dat de hoge stikstofdepositie tot verslechtering leidt en een probleem is voor het behalen van natuurdoelen in Mantingerbos. Dat er veel stikstof neerslaat is bijvoorbeeld goed te zien in de bosranden, waar veel stikstofminnende planten groeien. Ook treedt er maar weinig verjonging op en is er een afname van bijzondere soorten van oude bossen.
Aanvullend onderzoek en inzicht in historisch beheer en landgebruik is nodig
Omdat bossen traag reageren op veranderingen in de omgeving adviseert de Ecologische Autoriteit om in de analyse verder terug in de tijd te kijken. Onderzoek het historische beheer en landgebruik en de effecten hiervan op de natuurkwaliteit. Schat op basis hiervan in of maatregelen uit het verleden geschikt zijn om het huidige beheer mee te optimaliseren (onder meer met hakhoutbeheer, strooisel verwijderen, begrazing en bosrandbeheer). Naast maatregelen voor het verlagen van de stikstofneerslag komen dan ook aanvullende herstelmaatregelen in beeld die nodig zijn voor het halen van de kwaliteitsdoelen van Mantingerbos. Het inrichten van een bufferzone rondom het Mantingerbos kan helpen om de negatieve invloed vanuit de directe omgeving te beperken.
De Ecologische Autoriteit bracht tot nu toe over 125 gebieden advies uit. In totaal worden ruim 130 natuurdoelanalyses beoordeeld. Alle adviezen zijn te downloaden via deze pagina.