5001
Het Rijk en provincies zien dat de kwaliteit van natuur, gezond (drink)water, bodem en lucht (stikstof) en veiligheid in Nederland onder druk staan door intensief land- en watergebruik en door klimaatverandering. Om dit in het landelijk gebied aan te pakken ontwikkelt de overheid het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) met een brede aanpak met doelen voor natuur, water en klimaat. De provincies werken in dit kader voor hun grondgebied in een gebiedsprogramma uit hoe zij deze doelen gaan bereiken. Ook de maatregelen voor beschermde Natura 2000-gebieden staan daar in. 

Hoofdpunten uit het advies

Advies over de geactualiseerde handreiking voor gebiedsprogramma's
De Ecologische Autoriteit heeft het Rijk en de provincies geadviseerd over de verbeterde Handreiking. Zij stelt vast dat de nieuwe Handreiking, die een eerdere conceptversie vervangt, provincies meer duidelijkheid geeft over de te behalen doelen, waaronder de Vogel- en Habitatrichtlijn doelen. Het ‘Addendum’ biedt de provincies aanwijzingen hoe ze een deel van het programma kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld per thema of per regio. Het Rijk vindt het hierbij belangrijk dat de samenhang bewaakt blijft, wat de Ecologische Autoriteit onderschrijft. Over de KRW-doelen die in 2027 moeten zijn gehaald is de handreiking echter nog niet duidelijk en incompleet.

Voor de KRW zijn voor elke regio goede analyses beschikbaar die laten zien wat de grootste problemen zijn. De Ecologische Autoriteit adviseert om deze analyses toe te voegen aan de Handreiking.

Het is de taak van de Ecologische Autoriteit om in de toekomst ook de provinciale programma’s zelf te toetsen. De Ecologische Autoriteit zal op verzoek bij die toetsing ook nagaan of de maatregelen genoeg zijn om doelen voor natuur, water en klimaat te halen of dat er meer nodig is. In dit advies geeft de Ecologische Autoriteit alvast aan waar ze straks op gaat letten bij die toetsing.

Advies over de eerste versie van de handreiking voor gebiedsprogramma's
De Ecologische Autoriteit vindt dat de handreiking op een aantal punten concreter kan en moet. ‘Als de handreiking duidelijk maakt welke doelen bereikt moeten worden, en welke doelen de belangrijkste zijn, dan weten de provincies waar ze aan moeten werken’, zegt voorzitter Marja van de Tas van de Ecologische Autoriteit. Ze vervolgt: ‘niet overal kunnen meteen maatregelen genomen worden, omdat er onderzoek loopt. Maar voor veel doelen is wel duidelijk wat er moet gebeuren. Die moeten we nu in de handreiking opnemen’.

Zonder deze duidelijkheid blijven belangrijke maatregelen buiten beeld, wat ten koste kan gaan van kwetsbare natuur. Ook kan later blijken dat andere maatregelen alsnog nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het ophogen van het waterpeil in de omgeving van een natuurgebied, om te voorkomen dat het water uit het natuurgebied sijpelt. Of maatregelen voor een betere waterkwaliteit, omdat Nederland dit in de nabije toekomst moet verbeteren.

Overige gegevens

Betrokken overheden

Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur (opdrachtgever)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Samenstelling laatste werkgroep

ir. Lidwien Besselink
mr. dr. Ralph Frins
ing. Dorien Grote Beverborg, MSc
prof. dr. Lisette de Senerpont Domis
drs. Willemijn Smal (secretaris)
ir. Wijnand Sukkel
Marja van der Tas (voorzitter)

Regio: Landelijk


Natura 2000-gebied: Alle Natura 2000-gebieden


Landschapstype: Alle landschapstypes


Natuurtype: Alle natuurtypes