Kolland en Overlangbroek zijn twee landgoederen in het stroomgebied van de Kromme Rijn tussen Wijk bij Duurstede en de Utrechtse Heuvelrug. Het gebied is onderdeel van een kleinschalig cultuurlandschap waar actief beheerde essenhakhoutbosjes voorkomen. Dit essenhakhout op voedselrijke kleigronden in het rivierengebied vormt een in Europees opzicht uitermate zeldzaam bostype met een grote rijkdom aan paddenstoelen en epifytische mossen en korstmossen. Om de natuur in het Natura 2000-gebied in stand te houden en te herstellen heeft de provincie Utrecht een natuurdoelanalyse opgesteld en de Ecologische Autoriteit gevraagd hierover een advies te geven.

Hoofdpunten uit het advies

Uit de natuurdoelanalyse Kolland en Overlangbroek blijkt dat de natuur in deze gebieden stevig onder druk staat en te kampen heeft met diverse knelpunten. De essentaksterfte leidt tot veel uitval van essen. Daarnaast is sprake van een niet goed functionerend hydrologisch systeem. Het gebied heeft een te geringe oppervlakte. Stikstofdepositie (via de lucht en bodem) en toename van licht op de bosbodem door wegvallen essen, zorgt voor vergaande verruiging door braam.

De Ecologische Autoriteit ziet dat er in het Natura 2000-gebied Kolland en Overlangbroek veel maatregelen genomen worden door de Provincie Utrecht, waarvan een deel specifiek is gericht op de essentaksterfte. Deze inspanningen leiden echter niet tot verbetering. In combinatie met de eerder genoemde knelpunten zal verdere verslechtering van het habitattype blijven optreden en is behoud in de huidige situatie onwaarschijnlijk. Om verdere achteruitgang van algehele natuurkwaliteit te beperken is het noodzakelijk dat er direct een aantal maatregelen wordt getroffen. Het gaat hier onder meer om het op orde brengen van het hydrologisch systeem en het verkrijgen van meer inzicht in bodemkwaliteit en bodemleven om hier gerichte maatregelen aan te kunnen koppelen. De Ecologische Autoriteit adviseert om deze aspecten in een kennisprogramma verder uit te werken.

Daar het huidige beheer, gericht op essentaksterfte, de achteruitgang niet tegen kan houden, wordt aangeraden dit voor nu stop te zetten. Om zicht te kunnen blijven houden op het op termijn behalen van het instandhoudingsdoel wordt aanbevolen om een toekomstbestendige strategie op te zetten, waarbij onderzocht wordt hoe het gebied zich kan ontwikkelen als vochtig alluviaal bos. Dit zijn bossen op sedimentafzettingen en onder invloed van rivieren/beken. De strategie heeft als doel een alternatief te bieden om -in ieder geval- op langere termijn een vergelijkbaar bossysteem te kunnen behouden. In de toekomst kan hiermee geprobeerd worden het oorspronkelijke habitattype weer terug te ontwikkelen.

De Ecologische Autoriteit constateert dat er meer informatie nodig is op een aantal onderdelen, maar er is ook reeds veel bekend over knelpunten en oorzaken. Er dient daarom niet gewacht worden met maatregelen tot alle kennis compleet is. Er wordt in ieder geval geadviseerd, met het oog op behoud van algehele natuurkwaliteit, om per direct maatregelen te nemen om de abiotische omstandigheden op orde te brengen.

Overige gegevens

Betrokken overheden

Provincie Utrecht (voortouwnemer)
Hoogheemschap De Stichtse Rijnlanden

Overige betrokken partijen

Staatsbosbeheer

Samenstelling laatste werkgroep

dr. Wilfried ten Brinke
ir. ing. Ronald Buiting
drs. Marieke van Rhijn (voorzitter)
prof. dr. Lisette de Senerpont Domis
drs. Olaf van Velthuijsen (secretaris)

Regio: Utrecht


Natura 2000-gebied: Kolland & Overlangbroek


Landschapstype: Rivierenlandschap


Natuurtype: N02 Rivieren, N03 Beken en bronnen, N05 Moerassen, N12 Rijke graslanden en akkers, N14 Vochtige bossen