5044
Het Roerdal ligt in een slenk (de Centrale slenk of Roerdalslenk) die ontstaan is door opheffing van de omliggende gebieden (de horsten) langs aardbreuken. Het Nederlandse deel van Roer ligt daardoor in een vrij vlak gebied en heeft grote meanders. Langs de oevers bevinden zich plaatselijk grindbanken en er zijn steile oeverwallen aanwezig. Het gebied bestaat uit de Roer, waarin de gemeenschap van vlottende waterranonkel aanwezig is, met de omliggende gronden, bestaande uit landbouwgronden en natuurterreinen met bossen, inunderende graslanden, afgesloten meanders, plassen en poelen en floristisch waardevolle wegbermen. Een groot deel van de oevers bestaat uit voedselrijke ruigten. Landgoed Hoosden herbergt een complex van tenminste drie oude meanders, waarin zeer nat, relatief ongestoord elzenbroekbos aanwezig is. Voormalige rivierinvloed heeft hier opvallende 5 tot 10 meter hoge steilranden gecreëerd. De meanders bij Paarlo behoren grotendeels tot het overstromingsgebied van de Roer. In een zone waar veel kwel tot aan of nabij het oppervlak komt is sprake van een elzenbronbos met overgangen naar elzen-vogelkersbos en wilgenstruweel. De Kwekkert ligt in een oude meander net ten noorden van de Zwarte Berg. Er is een complex van natte graslanden, zeggemoeras en broekbos aanwezig. Het Herkenbosscher Broek en Het Broek zijn bossen die in een oude meander liggen met een enkele meters hoge steilrand aan de oostzijde. De Turfkoelen is gelegen in een kleine oude meander. Het is een oostelijke uitloper van het Herkenbosscherbroek die niet is ontgonnen, maar wel is verveend. Nieuwe verlanding heeft echter plaatsgevonden, waardoor er plaatselijk meer dan 2 meter veen aanwezig is. De noord- en zuid-oostzijde worden begrensd door een 3-5 meter hoge steilrand. De Boschbeek stroomt door het gebied. Er komt langs de westrand broekbos voor. Verder ligt ten noorden van de zandweg een wilgenbroek, omgeven door elzenbroek. Lang de oevers aan de zuid-oostzijde komen hier en daar verlandingsvegetaties voor. Dit grenst aan een gagelstruweel, met daarachter een berkenbos.

Hoofdpunten uit het advies

De Ecologische Autoriteit concludeert op basis van de NDA dat verdere verslechtering van het Roerdal niet is uitgesloten en dat met de bestaande en geplande maatregelen de doelen niet worden gehaald. Dit komt onder andere door droogte, te veel stikstof en een slechte (grond)waterkwaliteit.

De Ecologische Autoriteit ziet hoe de natuurbeheerders hun best doen de natuur in de gebieden zo goed mogelijk te beheren. Wel moeten snel aanvullende maatregelen genomen worden om te voorkomen dat de gebieden verder verslechteren. Het tegengaan van de verdroging, het verbeteren van de waterkwaliteit, het verlagen van de stikstofneerslag, oppervlaktevergroting zijn daarvoor noodzakelijk. Zo kan door de gradiënt tussen de Meinweg en het Roerdal in haar geheel weer natuur te laten worden, de toestroom van schoon grondwater worden hersteld. Daarnaast moet binnen het bestaande bos gezorgd worden voor bosverjonging en structuur en moeten exoten verwijderd worden. Ook adviseert de Ecologische Autoriteit een plan te maken voor - en samen met - particuliere beheerders in het gebied, om zo het intensief agrarisch gebruik binnen de begrenzing te verminderen, en tegelijkertijd het beheer te optimaliseren met de gebiedskennis van deze particuliere beheerders.

De Ecologische Autoriteit hecht eraan op te merken dat het treffen van deze maatregelen zal bijdragen, maar op zichzelf nog onvoldoende is om de Natura 2000-doelen voor het Roerdal te halen en verslechtering te voorkomen, omdat er knelpunten zullen blijven op het gebied van verdroging en vermesting. Voor het totaalpakket aan maatregelen moeten ook (andere) mogelijke maatregelen in beeld worden gebracht op basis van een goed systeeminzicht van het gebied. Aanvullend adviseert de Ecologische Autoriteit daarom de Provincie Limburg om op korte termijn een zogenaamde landschapsecologische systeemanalyse op te stellen.

Overige gegevens

Betrokken overheden

Provincie Limburg (voortouwnemer)

Overige betrokken partijen

Staatsbosbeheer
Stichting het Limburgs Landschap

Samenstelling laatste werkgroep

prof. dr. Rien Aerts
ir. ing. Ronald Buiting
ir. Annemie Burger (voorzitter)
dr. Henk Everts
dr. Roy van Grunsven
Daan Jacobs, MSc (secretaris)

Regio: Limburg


Natura 2000-gebied: Roerdal


Landschapstype: Beekdallandschap


Natuurtype: N03 Beken en bronnen, N10 Vochtige schraalgraslanden, N14 Vochtige bossen, N15 Droge bossen