5082
Het Dinkelland bestaat uit het beekdal van de Dinkel met een aantal zijbeken, waaronder het oostelijk deel van het beekdal van de Snoeijinksbeek, en een drietal gevarieerde heideterreinen langs de Puntbeek en Rammelbeek. De Dinkel is een kleine laaglandrivier en heeft deels een vrij natuurlijke en deels een sterk gereguleerd hydrodynamiek. Het beekdal wordt gekenmerkt door hoogteverschillen, houtwallen, bossen en vochtige en schrale (blauw)graslanden en heideterreinen. Om de natuur in het Natura 2000-gebied in stand te houden en te herstellen heeft de provincie Overijssel een natuurdoelanalyse opgesteld en de Ecologische Autoriteit gevraagd hierover een advies te geven. 

Hoofdpunten uit het advies

De diversiteit aan verschillende habitattypen in Dinkelland is groot, waarbij stroomdalgrasland, blauwgrasland en heide het meest kenmerkend zijn. Uit de analyses blijkt dat deze onder druk staan door hydrologische problemen (zoals verdroging) en te veel stikstof. De Ecologische Autoriteit ziet dat er in de natuurdoelanalyse al veel maatregelen opgenomen zijn, maar dat een groot deel hiervan nog niet is uitgevoerd. De Ecologische Autoriteit benadrukt daarom met klem de nog niet uitgevoerde maatregelen alsnog in gang te zetten om (verdere) verslechtering te voorkomen. Daarnaast is het advies zo snel mogelijk te starten met uitwerking van maatregelen die buiten het gebied kunnen worden getroffen. Het gaat hier onder andere om hydrologische maatregelen, zoals tegengaan van ontwatering in aangrenzende percelen en vergroten van de overstromingsfrequentie van bijvoorbeeld de graslanden, maar ook het verwijderen van aangebrachte oeverbescherming langs de Dinkel. Hiermee worden de benodigde systeemcondities gecreëerd voor herstel en uitbreiding. 

De Ecologische Autoriteit heeft inmiddels acht adviezen uitgebracht aan de provincie Overijssel over haar natuurdoelanalyses (NDA’s). Hieruit komen opmerkingen en adviezen naar voren over de gebruikte systematiek, die voor alle tot nu toe beoordeelde NDA’s van de provincie Overijssel van toepassing zijn. Zo wordt niet duidelijk hoe informatie uit de ecologische landschapsanalyse is gebruikt bij het bepalen van knelpunten, de oorzaken hiervan en formulering van maatregelen. Ook ontbreekt een toelichting op de effectiviteit van maatregelen en of hiermee de instandhoudingsdoelen worden behaald. Verder is onvoldoende inzichtelijk wat de consequenties zijn van het ontbreken van gegevens en is niet duidelijk gemaakt hoe eventuele kennishiaten worden opgelost met specifieke gebiedskennis van bijvoorbeeld de betrokken beheerders. 

Samenvattend adviseert de Ecologische Autoriteit alle Overijsselse natuurdoelanalyses te verbeteren met aanvullende informatie en betere onderbouwing van knelpunten en benodigde maatregelen, zodat goede besluiten genomen kunnen worden in het gebiedsprogramma. Tegelijk ligt er voor het gebied Dinkelland een opgave voor behoud en (in een aantal gevallen) uitbreiding van de hier aanwezige habitats. Er mag niet gewacht worden met maatregelen tot alle kennis compleet is, gezien de voortschrijdende verslechtering. 

Overige gegevens

Betrokken overheden

Provincie Overijssel (voortouwnemer)

Overige betrokken partijen

Overijssels Particulier Grondbezit
Staatsbosbeheer

Samenstelling laatste werkgroep

Wouter Berendsen, MSc (secretaris)
drs. Gert Dekker
drs. Reinoud Kleijberg
prof. dr. Henk Siepel
ir. Kees Slingerland (voorzitter)

Regio: Overijssel


Natura 2000-gebied: Dinkelland


Landschapstype: Beekdallandschap


Natuurtype: N03 Beken en bronnen, N06 Voedselarme venen en vochtige heiden, N07 Droge heiden, N10 Vochtige schraalgraslanden, N11 Droge schraalgraslanden, N14 Vochtige bossen, N15 Droge bossen, N17 Cultuurhistorische bossen