5121
De Oude Venen (Alde Feanen) is een deels vergraven en ontgonnen laagveengebied. Het is één van de weinige overgebleven restanten van een omvangrijk complex van laagveenmoerassen en petgatenlandschappen. De vervening kwam hier in de tweede helft van de 17e eeuw goed op gang. Het gebied is deels kleinschalig (petgaten en legakkers) en deels grootschalig (plassen) verveend. Rond 1900 kwam er een einde aan de turfwinning en vervening. In het begin van deze eeuw werd er door de bevolking op verschillende plaatsen geprobeerd veeteelt te bedrijven door het inpolderen en bemalen van petgatengebieden. De huidige situatie is vooral het resultaat van het na de vervening opgetreden verlandingsproces. Landschappelijk wordt het gebied gekenmerkt door moerasvegetaties, omgeven door zomerpolders en boezemlanden en doorsneden door tal van watergangen. Het gebied bestaat uit open water, rietlanden, laagveenverlandingsmoeras, moerasbos en schrale graslanden op restveen. De petgaten, die vaak verscholen liggen tussen riet en moerasbossen, verkeren in diverse stadia van verlanding. In deze petgaten komt dikwijls drijftilvorming voor. Op andere plaatsen is de verlanding wat verder voortgeschreden in de richting van een trilveen of blauwgrasland. In de meeste petgaten is na beëindiging van het rietmaaibeheer een elzenbroekbos tot ontwikkeling gekomen. Het gebied is in 2007 met 48 ha uitgebreid in het kader van een LIFE-project ten behoeve van o.a. de noordse woelmuis.

Hoofdpunten uit het advies

In het Natura 2000-gebied Alde Feanen komen bijzondere trilvenen en graslanden voor. Ook voor diersoorten als noordse woelmuis, meervleermuis, kleine modderkruiper en gevlekte witsnuitlibel zijn deze gebieden van belang. De Alde Feanen is bovendien aangewezen voor veel bijzondere vogelsoorten, zoals de zwarte stern en purperreiger.

Uit de analyse blijkt dat het gebied deels al verslechterd is, ondanks de maatregelen de nu al worden genomen. En ook met de in de NDA nog voorgenomen extra maatregelen zullen de natuurdoelen niet worden gehaald. Door met name overbelasting met stikstof en problemen met het watersysteem zijn habitats en leefgebieden verslechterd en zijn kenmerkende soorten afgenomen of bijna verdwenen. Voor duurzaam systeemherstel zijn niet alleen maatregelen nodig in het gebied zelf, maar ook in de omgeving.

De Ecologische Autoriteit adviseert snel aanvullende maatregelen te nemen om te voorkomen dat het gebied verder verslechtert. Noodzakelijke maatregelen zijn bijvoorbeeld het verbeteren van de waterkwaliteit en het voor de natuur optimaliseren van het waterpeil in het gebied. Ook het verlagen van de stikstofneerslag met bronmaatregelen is van belang. 

Overige gegevens

Betrokken overheden

Provincie Fryslân (voortouwnemer)

Overige betrokken partijen

It Fryske Gea
Staatsbosbeheer
Unie van Bosgroepen Noord-Oost Nederland

Samenstelling laatste werkgroep

prof. dr. Ab Grootjans
Daan Jacobs, MSc (secretaris)
drs. Reinoud Kleijberg
Marja van der Tas (voorzitter)
drs. Jan van der Winden

Regio: Friesland


Natura 2000-gebied: Alde Feanen


Landschapstype: Laagveen- en zeekleilandschap


Natuurtype: N06 Voedselarme venen en vochtige heiden, N10 Vochtige schraalgraslanden, N14 Vochtige bossen