5137
Sneekermeer, Goëngarijpsterpoelen, Terkaplesterpoelen en Akmarijp zijn historisch en geomorfologisch te beschouwen als één gebied. Het gebied kan worden gekenschetst als een vrijwel open landschap. Kenmerkend voor het centrale merengebied in Fryslân is de afwisseling tussen grotere en kleinere wateroppervlakken, omgeven door kades en rietkragen en zoetwatermoerassen en uitgestrekte graslandpolders. De waterdiepte varieert overwegend tussen de 1 en 2 meter. In het gebied komen diverse eilandpolders voor. Aan het begin van de jaartelling moet het Lage Midden van Fryslân, waar dit gebied deel van uit maakt, hebben bestaan uit uitgestrekte zeggenmoerassen en moerasbossen. Vanaf ongeveer de tiende eeuw werd het gebied op kleine schaal in gebruik genomen. Hoewel in de loop van deze eeuw vele duizenden hectares door bemaling en bekading tot winterpolder zijn omgevormd, komen in het gebied nog relatief veel boezemlanden en zomerpolders voor. Veel boezemlanden liggen hier nog hoog genoeg om 's zomers via slootjes en greppels vrij op de boezem te kunnen afwateren.

Hoofdpunten uit het advies

Het Rijk heeft gekozen om voor gebieden zonder (naderende) overbelasting van stikstof een verkorte NDA voor te schrijven. Die bestaat uit een AERIUS-berekening en een korte onderbouwing.

Provincie Fryslân heeft volgens de Ecologische Autoriteit terecht een verkorte NDA opgesteld voor het Sneekermeergebied, want dat loopt (nog) geen risico op stikstof overbelasting. Voor het in stand houden van Natura 2000-gebieden zijn ook doelen voor niet-stikstofgevoelige natuur vastgesteld. Het behalen van die doelen hangt af van factoren zoals: huidige beheermaatregelen, waterkwaliteit en recreatie. Goede beheermaatregelen voor niet-stikstofgevoelige natuur kunnen ook positieve effecten hebben op stikstofgevoelige natuur, maar soms ook negatieve. Inzicht in de effecten van beheermaatregelen op beide natuursoorten is daarom noodzakelijk voor integraal beheer. Ook voor natuurwaarden die niet direct verbonden zijn met de instandhoudingsdoelstellingen.

Op basis van de verkorte NDA kan de Ecologische Autoriteit niet nagaan of de natuurdoelen worden gehaald. De Ecologische Autoriteit adviseert in de NDA voor het Sneekermeergebied de scope te verbreden tot alle doelen. Dan ontstaat een volwaardige NDA en kan voor alle doelstellingen in het gebied vastgesteld worden of deze worden gehaald en of extra maatregelen nodig zijn. Zo kan het belang van beschermde natuur volwaardig meewegen bij de besluitvorming over het Sneekermeergebied.

Overige gegevens

Betrokken overheden

Provincie Fryslân (voortouwnemer)

Samenstelling laatste werkgroep

dr. Wilfried ten Brinke
dr. Henk Everts
Daan Jacobs, MSc (secretaris)
Marja van der Tas (voorzitter)
ing. Rob Vogel

Regio: Friesland


Natura 2000-gebied: Sneekermeergebied


Landschapstype: Laagveen- en zeekleilandschap


Natuurtype: N04 Stilstaande wateren, N05 Moerassen